top of page
logo.png

VAN ZWAAIEN MET EEN TOUWTJE ALLEEN WORDT JE GEEN LEIDER


Artikel gepubliceerd in Hoefslag (2015)
Tekst: Marjolijn Munnich

Er zijn talloze vormen van grondwerk. Bijvoorbeeld om een paard te gymastiseren, een kunstje te leren of om te werken aan gedrag. Dat laatste is de specialiteit van paardentrainer Petra Vlasblom. Ze reageert op stellingen over grondwerk. 

Grondwerk is bedoeld om een paard iets te leren en niet de mens.

‘Door middel van grondwerk kun je een duidelijke leider voor je paard worden en leren beter te communiceren. De mens is de eerste die moet leren hoe hij dat voor elkaar kan krijgen, niet het paard. Je moet leiderschap verdienen en als je het goed doet, komt het naar je toe. Eigenlijk is het heel gek; we leren wel hoe we moeten rijden en hoe we paarden moeten verzorgen, maar op het gebied van omgang en benadering doen we eigenlijk maar wat. leren we weinig. Natuurlijk moet ook een paard leren omgaan met grondwerk. Er is echt geen paard dat uit zichzelf snapt begrijpt dat hij een pasje achterwaarts moet als jij met een leadrope zwaait. Vaak komt er eerst onbegrip en onwil. Maar als je het goed doet en het paard snapt het, zie je uiteindelijk een soort verbazing ontstaan. Alsof dat paard zegt ‘hoe kan dit? Jij spreekt mijn taal!’ Het paard moet iets leren, maar voordat het zover is, moet de mens de technieken ontwikkelen om de paardentaal leren spreken.’

 

Het zijn voornamelijk mensen met Tinkers, Friezen en Fjorden die grondwerk doen met hun paard.

‘Het is zonder meer waar dat ik die doelgroep vaker zie; recreanten hebben doorgaans meer interesse in grondwerk. En hoewel bijvoorbeeld wedstrijdruiters over het algemeen in het begin heel sceptisch zijn, zie ik steeds meer mensen met sportpaarden komen. Bij wedstrijdpaarden zie je nogal eens dat ze gebruikt worden voor dat ene doel – scoren in de ring – maar er is minder persoonlijke aandacht voor het paard zelf, ze mogen niet over het algemeen minder naar buiten, hebben weinig minder sociaal contact met andere paarden… Ook daar kan ‘lastig’ gedrag uit voortkomen. Als ik ergens op een stal kom om een probleem op te lossen, stuit ik heus op weerstand van omstanders. Maar wat ik doe is niet zweverig. Ik ben paardentrainer en richt mij op gedrag. Ik ben daar om een paard te trainen en de eigenaar te helpen, niet om anderen ervan te overtuigen dat mijn methode werkt. Dat zien ze uiteindelijk zelf. De verandering in de gemoedstoestand van het paard na slechts een paar minuten grondwerk zorgt ervoor dat weerstand verdwijnt en interesse wordt gewekt.

 

Een leider word je niet door te zwaaien met een touwtje.

‘Nee, dat klopt. Van draaien met een touwtje alleen word je geen leider. Dat touwtje is enkel een hulpmiddel. Je moet kennis hebben van de technieken, je bewust zijn van je eigen lichaamstaal, je moet de signalen van een paard kunnen lezen, weten wanneer je moet draaien en wanneer je moet stoppen. Timing is alles. Je moet kunnen zien wanneer het paard zich overgeeft aan jouw leiderschap. Als de gemoedstoestand van een paard begint te veranderen door de handelingen die jij doet, dan ben je op de goede weg.’

 

Het is zinloos om met een paard op hogere leeftijd nog aan grondwerk te beginnen.

‘Nee hoor, het is nooit te laat om te beginnen met grondwerk. Wel is het zo dat hoe jonger je begint, hoe makkelijker het wordt voor mens én paard. Je gaat met grondwerk in feite een contract aan. Een paard dat twintig jaar lang op een bepaalde manier met mensen om heeft kunnen gaan – dus volgens een bepaald contract – zal niet direct accepteren dat de voorwaarden van het contract ineens veranderen. De weerstand zal groter zijn en het zal iets langer duren totdat het paard de nieuwe situatie accepteert.’ 

 

Grondwerk kan problemen bij het rijden verhelpen.

‘Er zijn meerdere vormen van grondwerk. Gymnastische bewegingen vanaf de grond kunnen helpen bij rijtechnische problemen. Maar wat ik doe, is het gedrag beïnvloeden. Ook dat kan van pas komen bij het rijden. Sommige paarden zijn vlug bang voor dingen, schrikken snel of hebben veel innerlijke onrust. Als zo’n paard zich door middel van grondwerk kan overgeven aan het leiderschap van zijn baas begeleider, kun je de vertaalslag gaan maken naar het rijden. Een mooi voorbeeld hiervan is het verhaal van de merrie Zylana (zie het septembernummer van Hoefslag). Zij was doodsbang voor runderen. Toen ze er na een trainingssessie aan de hand langs durfde, kwam het onder het zadel uiteindelijk ook goed. Dat wil overigens niet zeggen dat het probleem in een keer voorgoed verholpen is. Je moet altijd bij lastige situaties blijven werken aan die vertrouwensband met je paard, je moet dat leiderschap blijven verdienen.’

KOM NAAR DE
INFORMATIEAVOND
VAN ONZE UNIEKE 

PAARDENOPLEIDING

WIL JE ALLES
LEREN OVER
DE METHODE
2MOONS?

NEEM CONTACT
MET ONS OP EN
MAAK EEN
AFSPRAAK

WIL JE EEN
SUCCESVOLLE
TRAINING MET
JE PAARD?
bottom of page